Je bent niet ingelogd
Omschrijving:
Aanleg: Solitaire bomen worden toegepast in straten, op pleinen, in plantvakken en op grasvelden. Een solitaire boom is een boom die geheel vrij staat en dus de ruimte heeft om voluit uit te groeien. De takken kunnen tot laag bij de grond hangen, maar de boom kan ook zijn opgekroond. Solitaire bomen kunnen bij bepaalde soorten (zoals eik , linde of acacia) zeer oud worden en uitgroeien tot monumentale bomen. Een grotere waarde voor de biodiversiteit wordt behaald wanneer inheemse soorten (beuk, gewone es, zwarte els, zomereik, wilg) worden toegepast. Alleen op plaatsen met een hoge stedelijke druk kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken en kan worden gekozen voor cultivars of uitheemse soorten die beter bestand zijn tegen deze druk (bijv. oosterse of westerse plataan of Kaukasische vleugelnoot). Bomen zijn daarnaast van groot belang voor het leefklimaat van een stedelijke omgeving (wegvangen fijnstof, verlagen temperatuur in de zomer).
Beheer: Een solitaire boom wordt jaarlijks geïnspecteerd en eens in de vijf jaar gesnoeid. Daarnaast worden maatregelen uitgevoerd die tot ‘boomzorg’ behoren, zoals het stutten van takken. Een solitaire boom krijgt een hogere ecologische waarde wanneer deze wordt gesnoeid of geknot. De snijvlakken zijn aantrekkelijk voor insecten en vogels.
Voorbeeldsoorten:
Flora: Bomen leven vaak samen met paddenstoelen als vliegenzwam, eekhoorntjesbrood en cantharel. De paddenstoelen helpen de bomen om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen in ruil voor suikers. Op boomstammen groeien verschillende mossoorten.
Fauna: Een solitaire boom biedt een plaats aan allerlei vogels (Turkse tortel, kauw, spreeuw, koolmees, pimpelmees, merel, putter, grote bonte specht, ransuil, boomkruiper). Bomen zijn ook een leefplaats voor allerlei ongewervelde dieren (insecten, spinnen). Breed uitgegroeide boomkruinen vormen jachtplekken voor stadsvleermuizen als de gewone dwergvleermuis.